logo

 

Patella-Luxatie info

 

Onderzoek patella-luxatie verplicht!
Sinds 24 april 2006 dienen alle havanezers waarmee gefokt wordt, onderzocht te zijn op patella-luxatie 1).

Dit is een besluit van de Algemene Ledenvergadering van de HCN en (nog?) geen eis die de RvB aan ras- verenigingen stelt.
Bijzonderheden over patella-luxatie en de gang van zaken m.b.t. het onderzoek zijn te vinden in de (Info 1) die Professor Meutstege verstrekte, waarbij Info 2 de situatie bij de HCN beschrijft.

1) Bij een patella-luxatie schuift de knieschijf opzij en zit dus niet meer op z'n plaats.

 

Lijst artsen patella luxatie onderzoek, versie jan 2016

Formulier uitslag patella luxatie onderzoek

Info 1
 
HET PATELLA-PROBLEEM BIJ DE HOND.    (door prof. F.J. Meutstege)

 

Definitie: de patella (knieschijf) is een zgn. sesambeen1) in het kniegewricht. Hij zit in de pees van de grote dijspier, die middenvoor aan het scheenbeen trekt, en op die manier staan en springen mogelijk maakt.
Om ervoor te zorgen, dat de patella tijdens de belasting (staan, lopen) van het gewricht niet naar opzij van het bot (uiteinde van het dijbeen) afglijdt, vinden we aan de voorzijde van het dijbeen een groef (trochlea), waarin de aan de onderkant wat bolle knieschijf precies past.
Tijdens het bewegen van de knie glijdt de patella op en neer in deze groef. Aan de zijkanten wordt de patella in de groef gehouden door het gewrichtskapsel en door uitlopers van peesplaten.
 patella-1
patella-2

Wat is nu patella-luxatie2) en wat is daarvan de betekenis voor de hond?
Wanneer tijdens het staan of lopen de patella luxeert (van z'n plaats schiet), heeft de hond geen kracht meer in het been om het gewicht te dragen: het zakt door z'n pootje, of durft er niet meer het volle gewicht op te zetten. Daardoor toont het dier een kreupelheid. Vaak zien we, dat hierbij de tenen naar binnen zijn gedraaid en tegelijkertijd de hak naar buiten.

De tweede situatie zien we meestal bij oudere pups of volwassen dieren: hier zit de patella in rust meestal wel op z'n plaats, maar schiet eraf zodra het pootje wordt belast of gedraaid bij lopen of spelen. Hier gaat de patella dus afwisselend in en uit de kom. Na verloop van tijd treedt daardoor "slijtage" op in het gewricht en dat leidt weer tot een chronische gewrichts-ontsteking.

 

Het probleem van de patella-luxatie treedt bij meerdere rassen op en is, naar algemeen wordt aangenomen, een erfelijk probleem. Het is daarom zaak voor de fokkers, dieren met dit gebrek vroegtijdig te (doen) herkennen. Deze dieren behoren niet voor de fokkerij gebruikt te worden.

Het herkennen van dieren met een patella-probleem is soms voor een ervaren en oplettende eigenaar of fokker helemaal niet moeilijk, maar in andere gevallen hebben de dieren zich zo weten aan te passen aan hun handicap, dat alleen onderzoek door een deskundige dierenarts-orthopeed het probleem aan het licht kan brengen.
Dit is dus één reden voor een onderzoek van fokdieren en hun nakomelingen door deskundige: het opsporen van dieren met een daadwerkelijke luxatie. De tweede reden voor een klinisch onderzoek door een deskundige is om vast te stellen of het mogelijk is om met een lichte zijwaartse druk de patella van z'n plaats te duwen, te luxeren. Dit betekent dan niet, dat de hond er last van heeft, maar wel dat de anatomie van het gewricht zo "los" is, dat de patella gemakkelijk van z'n plaats te duwen is (dit noemen we een "LUXABELE" patella.

En wanneer we nu weten dat de anatomische vorm van het lichaam voor het grootste deel erfelijk bepaald is (het exterieur), dan laat het zich verstaan, dat men bij de keuze van fokdieren erop moet letten niet 2 dieren te combineren, waarbij de patella zo los ligt dat deze uit de groef te drukken, te luxeren is. Het risico ontstaat immers, dat er dan in de nakomelingen pups tevoorschijn komen, die een echt patella-luxatie probleem hebben.

Hoe verloopt het onderzoek op patella-luxatie? Honden met een minimum leeftijd van 1 jaar worden op vrijwillige basis door de eigenaar aangeboden voor onderzoek.

Methoden.
De hond wordt zonder sedatie (verdoving) op een onderzoektafel onderzocht, nadat is gevraagd over eventuele klachten met lopen, nu of in het verleden, en het tatoeage- of chipnummer is gecontroleerd.

Onderzoek bij het staande dier: de onderzoeker staat achter de hond en omvat met beide handen gelijktijdig de beide knieën zodanig, dat de duimen lateraal (d.i. aan de buitenzijde) op de trochlea femoris geplaatst worden, en de vingers over de patella heen de mediale zijde (d.i. de binnenkant) van de trochlea femoris palperen. Dit heeft de bedoeling om na te gaan of er een verbreding t.h.v. de trochlea aanwezig is, die zou kunnen duiden op een chronische arthrose, cq op een geluxeerde patella.
Vervolgens wordt, terwijl de knieën beide maximaal gestrekt worden, nagegaan of door druk vanaf lateraal, cq, vanaf mediaal, de patella bij het staande dier te luxeren is naar mediaal, lateraal of in beide richtingen. De druk naar mediaal wordt uitgeoefend met de duim, die naar lateraal met de vingers.
Tevens wordt daarbij gelet op het voorkomen van crepitatie3) in het femoro-patellair gewricht.
Vervolgens wordt via de daarvoor geëigende handgrepen tijdens passieve buig- en strekbewegingen gecontroleerd of er pijn, crepitatie- en/of habituele4) spontane patella-luxaties optreden.

Onderzoek aan het liggende dier:
Bij het liggende dier wordt eerst opnieuw nagegaan of er tijdens buigen en strekken pijn, crepitatie of spontane luxaties voorkomen. Daarna wordt met één hand het sprong-gewricht omvat, waardoor rotatiebewegingen van de tibia mogelijk worden. Door het scheenbeen te draaien wordt er via de kniepees getrokken aan de knieschijf: naar buiten bij exorotatie en naar binnen bij endorotatie.
In sommige gevallen zal hierbij de patella "spontaan", d.w.z. zonder zijwaartse druk, luxeren.
Vervolgens wordt opnieuw, ook weer bij het zoveel mogelijk ontspannen dier, gecontroleerd of d.m.v. gelijktijdige rotatie en druk de patella te luxeren is uit de trochlea femoris.
 


Criteria voor een normaal gewricht:
Bij het staande dier mag tijdens passieve bewegingen geen pijn, crepitatie of spontane luxatie waargenomen worden.

Bij het staande dier mag de patella niet luxabel zijn.

Bij het liggende dier mag, noch tijdens de passieve bewegingen van buigen/strekken en rotatie, noch bij manuele druk de patella luxabel zijn.


De bevindingen worden in een "bevindingen"-formulier genoteerd dat in eigen archief bewaard wordt voor intern gebruik.
Aan de eigenaar wordt een schriftelijke uitslag van de bevindingen verstrekt.

* Prof. Drs. F.J. Meutstege
Steenen Camer 78
3721 ND BILTHOVEN
Tel./fax 030-2201621
Email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

1) Een sesambeen is een verdikking, vrijwel altijd benig, in het verloop van een pees op een plaats waar deze pees voor zijn functie een (meestal zeer grote) druk uitoefent op het eronder liggende bot.

2) Luxatie betekent ontwrichting, uit de kom schieten (in dit geval: uit de groef glijden)

3) crepitatie wil zeggen dat het gewricht kraakt, als gevolg van het plaatselijk verlies van kraakbeen

4) Habitueel betekent: zo nu en dan

 

 

Info 2
 
HCN-BELEID M.B.T. PATELLA-LUXATIE.

 

Beide ouderdieren dienen ten tijde van de dekking getest te zijn op patella-luxatie.

Een kopie van de testuitslag dient binnen drie weken opgestuurd te worden aan de pupinfo.

Het onderzoek is eenmalig en wordt uitgevoerd als de hond minimaal twaalf maanden oud is.

In Nederland dient het onderzoek te worden uitgevoerd door een daartoe aangewezen specialist (zie Erkende Specialisten).

Onderzoeken die in het buitenland zijn uitgevoerd worden geaccepteerd indien uit het testformulier blijkt, dat dezelfde criteria zijn gehanteerd als in Nederland (dus gradatie 0 t/m 4 in linker en/of rechterknie).

De fokker is gerechtigd een hertest te laten uitvoeren.

Aan de uitslagen worden vooralsnog geen fokwaarden verbonden.

Uitslagen worden gepubliceerd in het clubblad.


Let op: Het bestuur raadt de (club)fokkers aan te fokken met patella-luxatie-vrije honden; indien echter één van de ouderdieren graad 1 heeft, adviseert het bestuur daar een pl-vrije partner bij te zoeken.


De uitslag van het onderzoek

De bevindingen (bij onderzoek in Nederland) worden in een "BEVINDINGEN PATELLAONDERZOEK"-formulier (zie formulier Patella-Luxatie) genoteerd dat met de goed leesbare kopie van de stamboom door de onderzoekende dierenarts (voorkomende op lijst Erkende Specialisten) wordt opgestuurd naar prof. drs. F.J. Meutstege, waar het voor intern gebruik (fokwaarde-schatting) in eigen archief bewaard wordt. De bevindingen worden in code geactiveerd voor analysedoeleinden.

Aan de eigenaar wordt een schriftelijke uitslag van de bevindingen verstrekt (formulier UITSLAG PATELLA-ONDERZOEK).